Stedendriehoek
DEVENTER – Deventenaar Tonny Leerink overleed in de vroege ochtend van dinsdag 29 maart op 88-jarige leeftijd. Hiermee kwam een einde aan een leven in de schijnwerpers.
Als 13-jarige jongen raakte Tonny in de ban van show. Zijn leven als entertainer begon door een kermis op de Brink, waar hij met zijn ouders woonde. Hij kon letterlijk de tekst van de ‘annonceur’, de presentator, opdissen. Hij had het zo vaak gehoord dat hij het zonder één fout kon herhalen. Vijf decennia was hij als spreekstalmeester het gezicht van Ponypark Slagharen. Als showman werkte hij met tal van artiesten en verschillende vormen van entertainment. In 1998 werd hij onderscheiden als Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Goochelaar Herman Riphagen was goed bevriend met Tonny Leerink. “Tonny was een geliefd persoon die leefde voor zijn vak. Het betekende alles voor hem en hij genoot er iedere dag van. Hij was een kundig vakman en altijd perfect gekleed. Iedere artiest kende Tonny Leerink en vice versa.”
Clown D’honneur
Tonny Leerink werkte meer dan 70 jaar als artiest waarvan 50 jaar in het circus. In 2015 werd de bekende Deventenaar onderscheiden in het internationale circus van Monte Carlo met de titel ‘Clown D’honneur’. Herman: “De complete verzameling van Tonny inclusief artiestenkleding, onderscheidingen, documentatie en anderszins krijgt een mooie plek in het Amusements-, Circus- en Carnavalsmuseum. Tonny had een gigantische collectie, zelfs posters van een circus uit 1959, daarnaast ook boeken, films en natuurlijk schitterende tenues. Hij had een fotografisch geheugen en herinnerde zelfs de kleinste details. Als spreekstalmeester wist hij mensen te pakken en stond hij ook altijd voor ze klaar.”
Carnaval
In 1969 was hij met hart en ziel aanwezig bij de allereerste viering van het Stedelijke Carnaval. In 2002 werd hij onderscheiden als Stadsgrootvorst. Tonny heeft nog kunnen genieten van het carnaval van 2022. Toch leek het alsof hij aanvoelde dat hij er volgend carnaval niet bij zou zijn. Herman: “Ondanks dat hij het helemaal te gek vond, voegde hij er wel aan toe: ‘Dit was de laatste keer’. Dat was voor mij het teken aan de wand. Tonny was een mensenmens en een artiest in hart en nieren. Tonny had zijn missie volbracht als er sfeer was in de zaal. Hij speelde nimmer de artiest, hij wás het gewoon. Er klonk nooit een onvertogen woord. Hij wilde dag en nacht werken, zolang hij maar binnen 48 uur zijn geliefde Hanzestad Deventer weer kon zien, want daar lag zijn hart. Met uitzondering van het verblijf in Monaco, toen hij werd onderscheiden, dat waren de mooiste vijf dagen van zijn leven. Hij werd in de watten gelegd door Willem Bembom, de nazaat van de toen al overleden heer Bembom, destijds de directeur van Ponypark Slagharen.”