Stedendriehoek
In het najaar van 2019 is in de gemeenteraad gesproken over de plaatsing van kleine windturbines in Apeldoorn. Daarbij bleek draagvlak om beleidsregels hiervoor op te stellen. Met het huidige beleidskader biedt de gemeente meer duidelijkheid aan initiatiefnemers voor kleine windturbines; die weten nu wat is toegestaan en dit kader is de basis voor een makkelijkere Ruimtelijke Ordening-procedure.
Het beleidskader draagt daarmee volgens het college bij aan de ambities gericht op een duurzame energievoorziening in Apeldoorn, voor wat betreft de kleinschalige opwek van windenergie, met een goede ruimtelijke inpassing, maatschappelijke betrokkenheid en de zichtbaarheid van de Apeldoornse duurzaamheidsambities.
Het college stelt dat kleine windturbines een bescheiden maar nuttig aandeel leveren in de opwek van duurzame energie, bestemd voor individuele huishoudens of kleine gemeenschappen. Ze kunnen echter impact hebben op het landschap en de mensen die er wonen. Het college wil de ontwikkeling van deze kleinschalige initiatieven mogelijk maken, met voldoende waarborg voor landschappelijke inpassing en maatschappelijke acceptatie. De voorzitter en leden van de raadswerkgroep RES (Regionale Energie Strategie) spreken zich uit over dit beleidskader.
In de week van de klimaattop in Glasgow en de ondersteunende klimaatmars in Amsterdam, vragen we ook aan Paul Baart, raadslid voor GroenLinks en voorzitter van de raadswerkgroep, of kleine windmolens passen in de Regionale Energie Strategie? Zijn antwoord is ‘ja’. “En we doen er goed aan dat in samenhang te zien met de andere plannen en voorzieningen die we nodig hebben. De bedoeling van het beleidskader voor kleine windturbines is om die molens mogelijk te maken en er ook voor te zorgen dat het landschap mooi blijft. Verrommeling van het landschap willen we voorkomen.”
Alle initiatieven om geen fossiele brandstof te gebruiken voor onze energie, zijn wat ons betreft welkom, zegt Baart. “Inwoners en bedrijven zien mogelijkheden om dat helemaal in eigen hand te houden. Dat vinden we fantastisch. Het past ook bij de wens van veel inwoners en van GroenLinks om energie van dichtbij te gebruiken en dat in te zetten voor gezamenlijk gebruik.” In het beleidskader voor kleine windturbines in Apeldoorn gaat het om molens op een erf of bij bedrijven en om molens die maximaal 15 meter hoog zijn. “Voor iedereen die een kleinere molen in zijn tuin of op zijn dak wil zetten, verandert er niet veel; dat moet nog steeds wel aangevraagd worden. Wij vinden ze nog erg duur en het levert in relatie met zonnepanelen erg weinig op.”
Baart vervolgt: “We maken de plannen voor de veranderingen in energiebesparing, -opslag en -opwek samen met de andere gemeenten in de Cleantech Regio. Dat zijn naast Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst en Zutphen. De grote windmolens zijn veel efficiënter. We hebben heel erg veel kleine windmolens nodig om de opbrengst van één grote te halen. Dan liever een grote. De discussie waar die molen(s) dan moet(en) komen, is nog niet beslecht. Ook niet of de Veluwe wel zo’n goede plek is voor die grote molens. Waar en hoe we energie gaan opwekken, is een voortdurende afweging tussen het handhaven van natuur- en landschapswaarden en de noodzakelijke overgang van energie zoals we dat gewend zijn, naar nieuwe vormen van opwekken en verdelen van energie. Kleine molens dragen daar een klein beetje aan bij.”
Roel van Swam is raadslid voor de VVD en lid van de raadswerkgroep. “Er staat weer eens een bespreking over windmolens op de agenda van de gemeenteraad! Ditmaal gaat het over kleinere windmolens, met een maximale ashoogte van 15 meter, zeg maar inclusief wieken een forse boomhoogte.”
“De VVD vindt het goed dat er nu beleid komt waarin we het plaatsen van deze molens mogelijk gaan maken, tot nu toe kon dat namelijk niet. Voor grote molens is al wel beleid bepaald, voor andere molens was het een ‘njet’. Op zich verruimen we dus nu de mogelijkheden voor windenergie en dat is mooi, want dit soort kleinere molens kan een goede oplossing zijn om te voorzien in (een deel van) de energiebehoefte van bijvoorbeeld een boerderij, een klein cluster woningen of een bedrijf.” De VVD heeft dan ook in eerdere besprekingen gepleit voor het mogelijk maken van deze kleinere molens. Van Swam: “Uiteraard dient daarbij de inpassing in het landschap van de molen goed te worden bekeken, net zoals alle andere effecten, zoals geluid, slagschaduw, invloed op vogels etc.”
Toch heeft de VVD ook veel vragen bij de kaders die gaan gelden voor deze molens, aldus Van Swam. “Er lijken nogal wat tegenstrijdigheden te zitten in de voorwaarden die worden gesteld aan de plaatsing van deze molens. Een voorbeeld is dat de molen in het zogenoemde ‘bouwvlak’ dient te worden geplaatst dat op het bestemmingsplan staat aangegeven. Dat zou echter zo maar eens kunnen botsen met de wens om de molen goed in te passen. Daarnaast geldt dit beleid nu alleen nog maar voor het buitengebied, dus voor boerderijen. Op industrieterreinen, maar ook elders, zou de VVD deze molens ook zeker mogelijk willen maken. In dit beleid wordt de categorie molens tussen 15 en 75 meter nog steeds uitgesloten, ook dat vindt de VVD een gemiste kans: we hebben alle duurzame energie nodig die we kunnen opwekken en als dan inwoners of bedrijven deze windmolens willen om in hun eigen energie te voorzien, binnen de eisen die wij er aan stellen, dan is dat prima. Kortom, de VVD is tevreden met de mogelijkheden die dit nieuwe beleid biedt, maar zou deze wel verder willen verruimen en zal daar dan ook op aansturen!”
Grote windmolens of kleine windmolens, het is Sent Wierda, fractievertegenwoordiger voor GB Apeldoorn, één pot nat. Het liefst zien hij en zijn fractie die turbines helemaal niet in Apeldoorn opdoemen. Sterker: “Wij begrijpen werkelijk niet waarom die dingen maar op de kaart blijven staan; waarom de wethouder die in het beleidskader blijft opnemen. GemeenteBelangen vindt dat we de inwoners van de gemeente Apeldoorn met deze onzekerheid niet langer moeten opzadelen.”
Tijdens de bespreking van de Regionale Energie Strategie (RES) 1.0, half september, diende GB Apeldoorn hierover vier moties in. “Twee zijn belangrijk voor de opgave wind. Wij hebben nogmaals gevraagd om een milieueffectrapportage, waarin duidelijk wordt welke impact windmolens hebben, zoals welke schade ze aan het milieu toe brengen. De Raad van State vraagt ook zo’n rapportage, maar tot op heden ontbreekt die. De gevolgen van windmolens voor onze leefomgeving wegen voor onze fractie zwaar.”
De tweede motie van GB Apeldoorn was nog helderder: “Helemaal geen windenergie in Apeldoorn. Wind kan veel bijdragen in de energietransitie, en daarmee reductie van CO2-uitstoot, maar in Apeldoorn hebben wij nu eenmaal meer regen dan wind. Bovendien: Apeldoorn ligt aan de beschutte kant van de Veluwe, dus dan zouden windmolens sowieso al hoog moeten worden om überhaupt veel wind te vangen. In de discussie over de windmolens is al uitgebreid gesproken over de bedreiging in de leefomgeving van roofvogels, zoals de wespendief. Plaatsing van de turbines op en rond de Veluwe is afgeraden. Er is in Apeldoorn veel meer draagvlak voor zonne-energie. Niet met die grote zonneweides, maar zon-op-dak, bijvoorbeeld op grote bedrijfspanden.”
Niettemin ziet Wierda op experimentele basis ruimte voor de allerkleinste windmolens. “Dakturbines. De kleine, wokkelvormige turbine die op een plat dak kan, in de stad. Die staan dan hoog en vangen daardoor ook meer wind. Dat is innovatie. Ook belangrijk: deze rotorbladen geven minder slagschaduw en geluidsoverlast. Dat maakt deze optie nog wel interessant.”
Desalniettemin vindt GB Apeldoorn het besparen op energieverbruik nog altijd een belangrijker uitgangspunt dan de opwek ervan: “Ons ideaal is dat iedereen zuinig en zelfvoorzienend is. Ook bedrijven. Dus energieneutraal worden en energiearmoede voorkomen. Dat ons mooie landschap behouden blijft, zonder die windmolens en zonneweides. Energie opwekken waar dat veel beter kan, zoals op en langs zee. Dan is eigen windenergie niet meer nodig in Apeldoorn.”