Stedendriehoek

GOED BEKEKEN | PoëzieFeest

Er circuleert een gerucht over Churchill. Althans, over iets dat hij gezegd zou hebben. Een ingezonden brief in de Volkskrant maakte me erop attent. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stelde de minister van financiën van de Engelse regering aan Winston Churchill voor om een deel van het kunstbezit van de staat te verkopen, om zo de almaar stijgende kosten van de oorlogsvoering te kunnen financieren. Churchill zou toen geantwoord hebben met een van zijn vermaarde oneliners: ‘Then what are we fighting for?’

De afgelopen week zag ik de uitspraak ook op het net, op allerlei platforms. En toen verschenen de ontkenningen: het is nooit bewezen dat Churchill dit heeft gezegd, maar hij had het gezegd kunnen hebben. En varianten daarop.

Het belang van cultuur staat in dit coronale tijdperk zwaar onder druk. Wat is kunst ons waard in tijden van crisis?

Waarom krijgt een bedrijf als Booking.com 65 miljoen steun van de staat en gaat daarvan moeiteloos een deel in bonussen voor de top, terwijl een kwart van de medewerkers zijn baan verliest? Hoeveel noodlijdende theaters, filmhuisjes, lichtmannen en -vrouwen, musici en regisseurs hadden van dat geld een doorstart kunnen maken?

Toen de versoepeling van de maatregelen in de lucht hing, kwam het Zutphens dichtersgilde bijeen. Het was begin mei, de lucht was tijdelijk wat blauwer dan de dagen ervoor en erna – maar dat laatste konden we natuurlijk niet weten. We zaten – enigszins illegaal – achter Huize Elisabeth naast de destijds magistraal bloeiende magnolia. Het naderende begin van de hernieuwde vrijheid kriebelde in ons bloed, we wilden iets d o e n.

Aldus gebeurde.

We besloten de poëzie op een zo direct mogelijke wijze te vieren: tijd voor een PoëzieFeest. Die twee hoofdletters mochten niet voor pretentieuze hipheid staan; het festijn moest echt wat betekenen. We praatten en dachten, genoten van de zon en de magnoliapracht, vertelden elkaar verhalen over ons leven en aan het eind van de middag, net voor het hek op slot ging, wisten we het.

De poëzie als een kristal, daar gaat het om. Als een geslepen diamant, met vele vlakken, die stuk voor stuk oplichten zodra de zon erop schijnt. Vijf lezingen vanuit vijf verschillende perspectieven staan zondagmiddag 13 juni centraal in de tuin en het koetshuis van Dat Bolwerck aan de Zaadmarkt. Poëzie & angst, poëzie & natuur, poëzie & beeldende kunst – maar wacht even. Bij feesten horen verrassingen. We moeten natuurlijk niet alles onthullen. Het is veel leuker wanneer er nog iets te raden valt.
Wat ik kan verklappen: het wordt glinsterend. Boeiend in verscheidenheid, met lekker veel bijpraat-, -drink-, -eettijd én bezinktijd tussendoor. Zodat de inhoud van dit mini-symposium kan beklijven. Als droesem van goede wijn, die achterblijft in de ziel van een fles. Informatie en reserveringen: dichtersgildezutphen@gmail.com. 

Jouw gedicht 

Zo bezongen
klonk het bos heel anders,

 ging er tegenlicht
uit van de kruinen,
steeg een lentegeur
van zoet hout
naar onze hoofden,
verleidden zelfs
de stekeligste takken
tot een streling. 

Ja, zo bezongen
klonk het bos heel anders.

Eke Mannink is schrijver & voormalig stadsdichter van Zutphen. Vanuit het hart van de stad houdt ze wat ze ziet poëtisch tegen het licht. Want als je goed kijkt, zie je méér. Iedere week weer.