Zorg
Ouderenorganisatie ANBO vindt het goed nieuws dat 60- tot 64-jarigen die zich niet met AstraZeneca hebben laten vaccineren, straks toch een ander vaccin kunnen krijgen. Tegelijkertijd is het wel weer de zoveelste aanpassing van het vaccinatiebeleid en dat leidt tot onduidelijkheid en onzekerheid.
Minister De Jonge heeft aan Nieuwsuur bevestigd dat de 60- tot 64-jarigen binnenkort een nieuwe uitnodiging krijgen voor een ander vaccin. Dat betekent dat de vaccinatiegraad onder deze groep verder omhoog zal gaan en dat is een goede ontwikkeling.
Binnen de groep 60- tot 64-jarigen was veel onrust over AstraZeneca, vanwege de kleine kans op ernstige bijwerkingen. ANBO kreeg veel telefoontjes van mensen die wilden weten of ze voor een ander vaccin konden kiezen. Omdat dat niet kon, besloot een deel van deze mensen zich niet te laten prikken, terwijl ze wel heel graag gevaccineerd willen worden.
Tegelijkertijd kan dit besluit van minister De Jonge een belediging zijn voor ouderen die zich wél met AstraZeneca hebben laten vaccineren, uit een gevoel van verantwoordelijkheid naar de samenleving. Velen hadden ook liever een ander vaccin gewild.
ANBO vindt het zwalkende vaccinatiebeleid van de overheid wel een probleem, omdat het tot onduidelijkheid en onzekerheid leidt. De minister blijft eraan vasthouden dat de overheid bepaalt wie welk vaccin krijgt. Maar ondertussen is al wel meerdere keren geschoven met vaccins voor bepaalde leeftijdsgroepen.
Het was volgens ANBO veel beter geweest als zestigers direct de keuze hadden gekregen tussen AstraZeneca en een ander vaccin. Dan was het beleid consequenter geweest.