Stedendriehoek

Wekelijkse column door Renske Kruitbosch | (S)NOT CORONA

Vorige week was ik ziek en dat ging er heel anders aan toe dan voorgaande jaren. Bij de eerste snottebel en kriebelhoest werd de agenda van maandag leeg geveegd. Dinsdag erbij, want er moest getest worden. Naar de GGD. Stok in de wipneus. Wachten. Dinsdag mensen appen met wie ik woensdag een afspraak had. Misschien kon het doorgaan, maar ik had nog geen uitslag. Dinsdagavond laat uitslag. Negatief. Mensen appen dat de afspraak gewoon door kon gaan, maar ik wel wat snotterig ben. En blafferig. Lief blafferig. Sommigen waren akkoord. Sommigen liever niet. Sommigen alleen buiten. Nog nooit had een snottebel me zoveel tijd en beweging gekost.

Er moest nog een lief Moederdagcadeautje gekocht worden. Niet alleen voor mijn moesje – je hoeft geen kinderen gebaard te hebben om een moeder te kunnen zijn. Op welke manier ook. Daar moet vaker bij worden stilgestaan. Hoe moeilijk de tweede zondag in mei voor veel mensen kan zijn. En alleen een beetje ‘denken aan’ kan dan al genoeg zijn. Goed. Ik een leuke fröbel-toko in. ‘Ik heb geen corona, hoor,’ snotterde ik. De medewerker liet me binnen. Hield wel extra afstand. Ik zat in de auto naar huis en mijmerde over een paar jaar geleden. Ik werkte altijd door, ziek of niet ziek. Ik stond een keer met 40 graden koorts een cabaretje te doen in een café. Jägermeister erin en gaan met die banaan. Het publiek lachte zich slap.

Komt er bij corona automatisch een soort extra verzwakt systeem? Minder griepklanten – maar is dat ook niet een verschijnsel van de 1,5 meter afstand en de hygiëneregel? Is het iets van nu en gaat dat straks weer over? ‘Goed voor de weerstand,’ zei mijn vader vroeger, als ik een hap zand at. Zijn we een collectieve smetvrees aan het creëren? Blijven we bij elke snuf paniekerig? Hoeveel gaan we straks weer vliegen? Wat gebeurt er met alle versgekochte corona-puppies?

Twee weken terug tikte ik mijn eerste fluitje bier achterover. Op het terras. Een horecaterras. Het voelde gek. Ik liep het café in en ik moest niet plassen. Ik wilde alleen even de kroeg ruiken. De geur van gezonde spanning – een leuke avond uit. Vrienden ontmoeten. Lachen. Een biertje drinken. Goede gesprekken en met geluk een dansje. Ik rook het in één teug. Het maakte me dronken van plezier. Buiten aangekomen vroeg mijn mede-terrasser waarom ik zo glimlachte. ‘Ik rook,’ zei ik en dat wist ze al lang.

Renske Kruitbosch is schrijver, columnist en heeft een eigen communicatiebureau, waar zij concepten ontwikkelt en communicatiestrategieën bedenkt en uitvoert. Daarnaast schrijft zij teksten, en gedichten, bedenkt ze slogans en schrijft ze speeches. Haar motto: mensen zijn gek en humor redt alles. www.renskekruitbosch.nl