Stedendriehoek
‘Niets is moeilijker dan de geschiedenis herkennen als je er middenin zit,’ aldus journalist Geert Mak. Een waarheid als een kudde. Nou maak je als levend wezen natuurlijk altijd deel uit van de geschiedenis, maar het ene hoofdstuk van de tijd blijkt achteraf belangwekkender, betekenisvoller of crucialer dan het andere. Meestal besef je dat niet, terwijl je het meemaakt. Soms ook wel.
‘We schrijven historie,’ las ik sinds het uitbreken van de pandemie in kranten en tijdschriften. Vooral toen de eindexamens niet doorgingen, kwam ik die regel nogal eens tegen. Sinds de Tweede Wereldoorlog was dat niet meer voorgekomen.
Alles is relatief.
In mijn eigen kleine leven ervaarde ik de dood van onze hond vorige week als een markering, een onafwendbaar eind van een periode, begin van een nieuwe. ‘Vanaf nu is alles anders,’ vertelde ik mezelf. En dat is ook zo. Als je vervlochten bent met het leven van een ander – een hond, een mens – en dat leven valt weg, dan ontstaan er gaten in je eigen leven. Het vlechtwerk raakt los, de structuur valt uit elkaar. Er moeten nieuwe strengen komen.
‘Waarom zou ik mijn bed verlaten wanneer ik niet eens met de hond kan lopen?’ dacht ik zwartgallig op dag twee. Gelukkig lag er nog een eindredactieklus op me te wachten, er was dus een reden om op te staan.
Inmiddels zit ik aan de oever van de IJssel, op wat uiterwaardkeien, naast haar graf. Nog altijd zwart van binnen, maar blij met de frisse lucht, de grijze middagtinten en het gegak van ganzen in de verte.
Ik herinner me de lieve hondenblik, haar maffe gewoonte als puppy om sokken te verslinden, de talloze keren dat we stokken voor haar gooiden in de rivier. Lach en huil terwijl de wind kouder wordt, mijn voeten langzaam maar zeker verkleumen en ik de spierpijn van de graafwerkzaamheden drie dagen geleden in mijn rechterzij opmerk, zodra ik ga verzitten.
Weet nog precies hoe ze voelde, als ik haar even optilde – altijd heel even, want: te zwaar – of aaide. Hoe ze rook, hoe ze keek, hoe ze af en toe blafte als de post door de brievenbus viel. Hoe speels ze kon zijn.
Ik dwing mezelf tot een planning voor de komende week. Naar een verjaardag, tekstredactie, overleg met een opmaker, een begroting sturen. Komende donderdag houd ik een inleiding in filmtheater Luxor, voorafgaand aan Shirley, een film over het leven van de Amerikaanse horror-auteur Shirley Jackson. Het is de eerste van een reeks films over creatieve vrouwenlevens. Om aan die opdracht te werken moet ik eigenlijk naar huis. Waarom blijf ik hier dan toch zitten, in de kille wind en met die koude voeten?
Thuiskomst
Eenzaamheid wacht
als een hijgende hond.
Maar er is juist geen hond.
En ik mis haar.
Eke Mannink is schrijver & voormalig stadsdichter van Zutphen. Vanuit het hart van de stad houdt ze wat ze ziet poëtisch tegen het licht. Want als je goed kijkt, zie je méér. Iedere week weer.