Stedendriehoek

Goed Bekeken – Licht, veel licht

Het is kwart over negen ’s avonds. Ik fiets over de Oudewand, ben bijna ter hoogte van restaurant Sesam. De lucht boven de IJssel verderop kleurt van het een op het andere moment van zachtroze naar warmrood.

Het is nog altijd crisis – we zitten inmiddels in week negen – maar daar denk ik even helemaal niet meer aan. Hoe langer ik naar de lucht kijk, hoe warmer hij wordt, van tint. Dieprood ziet het boven de oude brug.

Het is een zachte dag geweest, maar niet zo zacht als nu, terwijl u dit leest, gok ik: er wordt veel hogedruk voorspeld. Toen ik met een bevriende kennis op een bankje aan de IJssel koffie had zitten drinken, kroop de middagkilte op via het metaal. We hielden onze kragen gesloten om de wind tegen te houden.

Die wind is inmiddels gaan liggen, de lucht trekt open. De ondergaande zon krijgt vrij spel. Het donkerrood wordt purper, er trekken flarden oranjegeel doorheen. De wereld lijkt een sprookje. Onze stad baadt in het licht van duizend-en-één-nacht. Ik hap naar adem, en veel stadgenoten die met mobiele schermen langs de kade het moment vereeuwigen, met mij.

Zeg licht, waar kom je plotseling vandaan?
In al je overvloed lig je languit op straat.
Je aait de trein,
zet alle torens in je schijnsel.

Je laat ons zien dat we hier werkelijk bestaan.
Zeg licht, jij overvloed van jou, van licht –
je kruipt door alle openingen heen.
Je zingt jezelf luid, jij licht,
licht van opgetild erbovenuit & verder.

Mijn dochter denkt hardop
‘E
én zo’n zon en zóveel licht…’
Ik zie het haar verwonderd constateren:
‘Er zijn er meer dan
één, ik denk het echt:
m
éér zonnen.’ Stralende lucht vol licht,
je vloeit uit pure bronnen.
Je schijnt vuur,
je laat ons dingen van ons leren.

Wacht licht, ik vang je op,
wacht, onverdeelde,
ik laat je langzaam
in m’n voorraadkasten stromen.
Want licht, oneindig helder licht,
je warmte zal wellicht
een keer van pas,
ooit als verlossing,
als een plotse weelde komen.
Wanneer we koud en zwaar en donker –

maar nee, je laat je niet bewaren,
opslaan, sparen, je geflonker
is voor nu voor hier voor ons.

Licht, je geeft ons beter – stralend – weer.

Eke Mannink is schrijver & voormalig stadsdichter van Zutphen. Vanuit het hart van de stad houdt ze wat ze ziet poëtisch tegen het licht. Want als je goed kijkt, zie je méér. Iedere week weer.