Stedendriehoek
STEDENDRIEHOEK – Het is donderdag 23 april, half vier ’s middags, wanneer Nella Croese, voorzitter van de Medische Staf en klinisch psycholoog in Gelre ziekenhuizen, de deur van haar kantoor sluit om mij te woord te staan. “Vandaag was het voor het eerst wat rustiger. Het is zo’n vreemd, wisselend beeld. Het is zó hectisch op de covid-afdelingen en de IC, maar verder is het in het ziekenhuis meestal rustig, lijkt het vaak wel zondag. Het ziekenhuisrestaurant is dicht, mensen kunnen niet overal meer zitten. De gewone zorg was voor onbepaalde tijd uitgesteld en het heeft nu hoge prioriteit om die weer voorzichtig op te starten. Alleen de urgente reguliere zorg en spoedeisende zorg liep door.”
Op vrijdag 13 maart, twee weken na de eerste gemelde corona-patiënt in Brabant, kwam ook de eerste patiënt in Gelre. “Het begin van de coronacrisis was heftig: zoveel patiënten en ook patiënten die overlijden. Het was bizar. En elke dag meer patiënten erbij. Je komt als medische staf echt in een stroomversnelling terecht. Thuis niets aan de hand en op het werk die enorme hectiek. De beschermingsmiddelen, speciale kleding en mondkapjes, waren beperkt. We moesten in onze ziekenhuizen in Apeldoorn en Zutphen extra IC-capaciteit creëren en bij de poliklinieken werd het juist steeds rustiger. De gewone zorg binnen de ziekenhuismuren werd vervangen door beeldbellen en gewoon telefoneren.”
De vijfde verdieping van Gelre Apeldoorn en een deel van de derde verdieping in Zutphen werden ingericht voor de corona-patiënten en alle tijd en aandacht van artsen en verplegend personeel was daar broodnodig. “Ook dokters en verplegers van de andere afdelingen werden meteen ingezet, plus we stuurden e-mails naar gediplomeerde, externe krachten om ons te ondersteunen”, vertelt Croese. “De even snelle verspreiding van het coronavirus als de onbetrouwbaarheid ervan, had een enorme impact op zowel de ziekenhuismedewerkers als de patiënten en hun familie. Wat de mentale zorg voor onze eigen medewerkers betreft: we doen sowieso al aan Peer Support, hetgeen inhoudt dat de medewerkers elkaar helpen op het psychosociale vlak. Daarnaast was er dag en nacht een telefoonhulplijn voor hen beschikbaar.”
Ze vervolgt: “De eerste patiënt die samen met zijn vrouw hier op de IC kwam te liggen met covid, mocht 2 april weer naar huis. Die heeft er lang gelegen ja, maar de opnameduur verschilde sterk per patiënt. Wat ik al zei: het virus is zo onbetrouwbaar. Patiënten van wie je dacht dat het wel enigszins kon meevallen, gingen snel achteruit en vice versa knapten patiënten die er al minder goed aan toe waren relatief sneller op. Bij de overledenen in onze ziekenhuizen was er overigens wel vaak sprake van onderliggend lijden.”
Met het ingaan van de maand mei neemt, net als in de rest van ons land, de druk op het zorgpersoneel ook in Gelre Ziekenhuizen iets af. “We lijken nu gelukkig op weg naar ‘het nieuwe normaal’. We zijn heel voorzichtig de covid-zorg aan het afschalen. Op 9 april mocht de honderdste covid-patiënt ons ziekenhuis weer verlaten, dat was een mooi moment. We gaan nu de normale zorg in de poli’s weer oppakken, ons klaar maken voor de reguliere ingrepen op de IC en operaties. Echter, ik maak me al wel zorgen voor over een paar maanden, want je weet nooit wat het virus doet en of er nog een tweede golf van patiënten komt. We bereiden ons in elk geval goed voor op het harmonica-model: van intensieve covid-zorg en rustiger gewone zorg naar intensievere gewone zorg en afnemende covid-zorg. En dan hopelijk niet terug naar de coronahectiek.”
In alle narigheid die Croese, het ziekenhuispersoneel en het bestuur de afgelopen maanden hebben gezien, pikt ze toch een paar positieve punten eruit. “Als medisch team hebben wij onder deze immense druk ook veel geleerd. Het anders en veelvuldiger omgaan met digitale middelen bijvoorbeeld; zorg leveren via beeldbellen. Het leveren van zinnige zorg aan huis. Het zou ontzettend zonde zijn als we die nieuw opgedane kennis straks, terug in de ‘normale situatie’, zomaar weer weggooien. Dat gaan we dan ook zeker niet doen!”
Een belangrijk pluspunt van de voorbije periode vindt Croese ook de uitstekende samenwerking met andere ziekenhuizen in ons land en daarbij de bereidheid van onze oosterburen om – indien nodig – flink bij te springen, mocht het aantal noodzakelijke IC-bedden in Nederland de maximale capaciteit overstijgen. “Duitsland heeft ook daadwerkelijk een aantal Nederlandse patiënten opgenomen en dat gaf toch wat lucht in deze crisis. Niet alleen voor ons als Gelre ziekenhuizen, maar ook voor andere ziekenhuizen. Wij hebben deze maanden gelukkig het meeste zelf kunnen opvangen, ook qua beschermingsmiddelen. En nu, eind april, hebben we voldoende materiaal om een veilige werkomgeving te creëren voor zorgpersoneel en patiënten. Wat ik al zei: we gaan nu een wat rustiger fase in. Laten we met z’n allen hopen dat dit ook zo blijft…”