Stedendriehoek

Herten verliezen hun status na het afwerpen

door boswachter Henk Ruseler

Het wisselen van mijn melkgebit heeft bij mij persoonlijk niet veel indruk achtergelaten. Het enige dat ik mij hiervan kan herinneren, is dat ik vaak eindeloos aan een losse tand zat te wrikken, in de hoop hem uit mijn mond te kunnen halen. Aan de tandenfee, die de tand zou inruilen voor een muntstuk, daar deden wij thuis nog niet aan. Wel werd de tand vaak als kleinood nog jaren in een potje bewaard.

Gedurende het leven wordt er heel wat aan ons lichaam vervangen; men zegt zelfs dat het gaat om één miljard cellen per uur. Een indrukwekkende prestatie en wanneer we voorzichtig doen en geluk hebben, blijft het verlies bij die miljarden oude cellen en ons melkgebitje.

Voor de hertenmannetjes ligt dit even anders, want zo tegen het einde van iedere winter verliest de koning van het woud zijn kroon. Vanaf de zomer heeft het hert zijn gewei, van soms wel tien kilo aan uitwendig botmateriaal, met zich meegedragen. In de paartijd heeft hij er zijn rivalen mee geïmponeerd en wanneer dit geen resultaat had, er een stevig gevecht mee geleverd. In de herfst en winter blijft deze wat potsierlijke uitstulping van het skelet op zijn kop aanwezig en dient dan hooguit om een roedelgenoot te corrigeren of beren en wolven op afstand te houden.

Bij de opbouw, het afvegen van de basthuid en het afwerpen van het hertengewei spelen hormonen een hoofdrol. Zodra de dagen lengen, worden onder invloed van het groeihormoon somatropine, grotere botcellen op de grens van de rozenstok (de beenpit op de schedel) en het gewei aangemaakt. Hierdoor ontstaat een grote instabiliteit op de grens tussen het gewei en de schedel van het hert, waardoor hij bij een onverwachte beweging of stoten zijn koptooi verliest. Een zeer pijnlijke aangelegenheid zou je denken, maar op de momenten dat ik van zo’n ontkroning getuige was, heb ik nooit gemerkt dat het hert er ook maar enigszins onder leed.

Voor de toeschouwer is het een komisch gezicht om te zien welke bokkensprongen er gemaakt worden om de wankele kilo’s bot kwijt te raken. En voor het hert laat het beslist meer indruk achter dan het verliezen van een melktand, want zodra het gewei is afgeworpen, verliest hij ook zijn status in de roedel.