Stedendriehoek

‘Van wethouder van Apeldoorn naar wethouder van Nederland’

Wanneer ik staatssecretaris Paul Blokhuis bel voor deze Eindejaarsbijlage, zit hij in de auto, op weg vanuit een werkbezoek aan de daklozenopvang in Enschede naar Nationaal Monument Kamp Vught. Daar woont hij, namens de regering, de heropening door koning Willem-Alexander van het herinneringscentrum in het voormalige concentratiekamp uit de Tweede Wereldoorlog bij. “En daarna overleg in Ede met GGZ-diensten”, voegt hij eraan toe. Een drukke woensdag voor de 56-jarige Apeldoorner, precies op een dag dat hij helemaal niet onderweg hóórt te zijn.

Want op woensdag is Blokhuis doorgaans thuis. Om daar een heel klein beetje te werken, maar vooral om thuis te zijn. Deze dag heeft hij zelf ingesteld na het plotselinge overlijden van zijn 18-jarige dochter Julia eind februari vorig jaar. “Aanvankelijk heb ik een paar weken niet gewerkt. Nadat ik de boel voorzichtig weer had opgepakt, heb ik op den duur deze woensdag zonder afspraken geïntroduceerd. Dit doe ik vanuit volle overtuiging, vanuit het besef dat ik veel beter als staatssecretaris functioneer wanneer ik niet het grote verdriet negeer dat zo’n ontzettend belangrijke rol in mijn leven speelt.”

Preventieakkoord

Ruim twee jaar geleden werd de voormalig ChristenUnie-wethouder van Apeldoorn op Paleis Noordeinde beëdigd als staatssecretaris Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het kabinet-Rutte III. Zijn portefeuille omvat onder meer de geestelijke gezondheidszorg, preventie, maatschappelijke opvang en de maatschappelijke diensttijd. En een logische eerste vraag luidt dan ook: ‘Hoe bevalt het tot dusver?’ Blokhuis knikt: “Goed. Ik beschouw het nog steeds als een heel grote eer. Van wethouder van Apeldoorn naar ‘wethouder van Nederland’. Met mensen in gesprek gaan over zaken die ons allemaal aangaan, vaak in Den Haag maar ook heel vaak op andere plaatsen.”

De ‘eyecatcher’ van de portefeuille van de staatssecretaris is het Nationaal Preventieakkoord, dat eind november vorig jaar werd ondertekend. Daarin zijn afspraken opgenomen tussen meer dan zeventig verschillende organisaties in Nederland. Blokhuis is er maar druk mee en dat is ook zichtbaar, want met enige regelmaat schuift hij aan bij bijvoorbeeld de talkshow van Jeroen Pauw om de diverse onderdelen van het akkoord toe te lichten. “Voor de buitenwereld lijkt het misschien alsof ik alles alleen doe, maar ik heb het eerder tegen je gezegd: ik word geweldig ondersteund vanuit de ambtelijke organisatie.”

Drie onderwerpen

Jaarlijks sterven 35.000 Nederlanders door roken, overgewicht of probleemdrinken. Ze zijn samen de grootste oorzaak van ziekten ten gevolge van leefstijl in Nederland. Door deze drie onderwerpen aan te pakken, kan de gezondheid van heel veel Nederlanders verbeteren. “Gezonde voeding is bijvoorbeeld iets dat voor iedereen belangrijk is, niet alleen voor mensen met overgewicht. En door roken te voorkomen, zijn er minder meerokers. We zijn druk bezig om onder andere schoolpleinen, kinderboerderijen, ziekenhuizen en sportverenigingen volledig rookvrij te maken. Die cultuuromslag wordt gelukkig maatschappelijk breed gedragen: onlangs nog begroetten we in Delft de duizendste rookvrije sportclub. En vanaf augustus 2020 is dat voor de onderwijsinstellingen ook het geval: van kleuterschool tot universiteit, je zult er als het goed is geen sigaret meer zien. De tabakswaren uit het zicht van de consument halen, roept hier en daar nog weerstand bij ondernemers op, maar we zijn ook hier volop in overleg.”

Dit niet geheel onverwachte tegensputteren treft de staatssecretaris ook deels aan bij de onderwerpen overgewicht en het overmatig drinken van alcohol. Maar gelukkig is er ook veel maatschappelijk draagvlak: “Wat betreft het eerste thema: in de Verenigde Staten is obesitas schering en inslag, dat willen we hier niet. De gezonde keuze makkelijker maken, daar draait het om. Recent mocht ik in Apeldoorn het vignet Gezonde School uitreiken aan basisschool De Diamant in de wijk Zuidbroek. De Diamant zorgt voor actieve en gezonde leerlingen, een veilige schoolomgeving, een fris klimaat én heeft aandacht voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling van de leerlingen. Dit vinden wij belangrijk, omdat het allemaal bijdraagt aan een gezondere leefstijl, betere schoolprestaties en minder schooluitval. Van overheidswege subsidiëren we scholen die een watertappunt op hun plein installeren. Minder drankjes met veel suiker, maar gewoon water voor de leerlingen. In samenwerking met de levensmiddelenindustrie gaan we het suikergebruik fors terugdringen. Voorts gaan we in de supermarkten de producten voorzien van een voedselkeuzelogo dat de consument wijst op het maken van een verstandige keuze. Dat wordt het NutriScorelogo.”

Op het gebied van problematisch alcoholgebruik zijn Blokhuis en co. ook volop preventief aan de slag gegaan. “Ook als wethouder in Apeldoorn was ik hier al mee bezig. Een mooi voorbeeld daarvan was de kroegentocht in Apeldoorn van ouders met hun kinderen. Zo konden ouders zien in welke context hun kinderen alcohol gebruiken en daardoor beter het gesprek aangaan over hoe verantwoord met alcohol om te gaan. Nu als staatssecretaris neem ik maatregelen op een heel andere schaal. We gaan de naam Drank- en Horecawet wijzigen in Alcoholwet, met striktere regelgeving: ondernemers in dit segment mogen niet langer de actie ‘2 halen = 1 betalen’ voeren, uitsluitend nog maximaal 25 procent korting geven. We willen immers niet meer hebben dat bier goedkoper is dan water!”

‘Hoe gaat het met je?’

Een maand geleden is landelijk de nieuwe ‘Hey het is oké’-campagne uitgerold, waarin aandacht wordt gevraagd voor het bespreekbaar maken van angst- en paniekstoornissen. Angst hoort bij het leven. Maar in Nederland heeft één op de vijf mensen last van angst in situaties zonder reëel gevaar. Voor sommigen zo erg, dat het hun leven beperkt. Mijn motto voor alles wat ik doe in mijn werk is: ‘Iedereen moet kunnen meedoen’. Dus ook mensen met een psychische aandoening. Vorig jaar hebben we met de Hey-campagne ook al aandacht besteed aan het bespreekbaar maken van depressie.’ Vaak vragen mensen elkaar in het voorbijgaan: ‘Alles goed?’ Met het korte antwoord dat daar meestal op volgt wordt vaak genoegen genomen, maar het is belangrijk dat je eens dóórvraagt. Vrienden en familie worden uitgenodigd ook eens de open vraag te stellen: ‘Hoe gaat het met je?’ Veel mensen zijn eenzaam, ouderen maar ook jongeren. Ik ben hierover in gesprek gegaan met een groep jongeren die een hoog stressniveau ervaart. We leven in een prestatiesamenleving waarin we de lat erg hoog leggen voor de jongeren van nu. Dat maakt het voor hen soms enorm ingewikkeld. Vanuit mijn opvoeding heb ik geleerd naar elkaar om te zien. Ik ben lid van een kerk, vroeger het cement van de samenleving. Dat is tegenwoordig veel minder het geval, maar die plek is helaas (nog) niet overgenomen door andere instanties of organisaties. Natuurlijk, je hebt de sport- en andere verenigingen, maar het oprecht geïnteresseerd zijn in de ander, die bodem moet weer opnieuw gelegd worden.”

Vereerd

Volgende maand al, in januari 2020, mag Blokhuis in zijn woonplaats namens de regering een vertegenwoordigende rol vervullen tijdens de herdenking rond Het Apeldoornsche Bosch, de joodse psychiatrische inrichting die van 1909 tot 1943 gevestigd was aan de Zutphensestraat. In 1943 werd de instelling door de nazi’s ontruimd en werden de patiënten en het personeel gedeporteerd naar concentratiekampen en vrijwel allen vermoord. En hoewel de aanleiding voor de publieke optredens in ‘zijn’ Apeldoorn niet altijd een even feestelijk karakter heeft, is de voormalig wethouder verheugd dat hij er nog steeds een graag geziene gast is. Én hij geeft aan zelf graag in deze omgeving op werkbezoek te gaan.

“Toen ik in 2017 het wethouderschap verruilde voor deze baan als staatssecretaris, heb ik al gezegd: ‘Ik ga dan wel weg uit Apeldoorn, maar Apeldoorn gaat nooit weg uit mij. Daarom voelde ik me zo vereerd dat ik begin oktober het vernieuwde winkelcentrum Anklaar mocht openen, ook op een woensdag trouwens. Ik woon er met mijn gezin vlakbij en voel me verbonden met deze plek. Ook heb ik weleens in Apeldoorn overleg met instanties over zaken die in mijn huidige functie van pas komen. Wat ik eind 2017 tegen je zei toen ik net in Den Haag was aangekomen: ‘Het speelveld is veranderd, het werk gelukkig niet’. Ik ben blij dat ik dit twee jaar later nog steeds volmondig kan beamen.”