Stedendriehoek
Uw columnist, dezelfde stukjesschrijver die twee weken geleden op deze plek nog hoog opgaf van bermtoerisme in eigen stad, is op vakantie. Met haar kinderen vermaakt zij zich in duinpannen, op stranden, in bars, op terrassen, in boten.
Lekker consequent, zult u denken, ze was toch zo weg van de IJssel?
Maar dat komt: ze is op mij.
Met de ochtendboot is ze op mijn oever beland, onder de zon, tussen de spiegelingen van de Waddenzee.
Met haar kinderen huurde ze een tandem en een gewone fiets.
Ze maakten een rondje in de haven, hapten een haring en namen de lange route langs de kust. Tussen mijn duindoorns en cranberrystruiken, langs mijn bomkraters en heidevelden, over mijn duinpaden, via het helmgras. In mijn meest dichtbegroeide stukje bos stopten ze even. Om diep te snuiven.
Zoet hout sprak uw stukjesschrijver. Dat ruikt zoooooo lekker.’
‘En dennennaalden beaamde haar zoon. Heel zoet.’
Tegen het begin van de middag arriveerden ze in het Strandhotel. Daar betrokken ze een kamer met uitzicht op de vloedlijn. Ze verblijven er nog steeds.
Iedere ochtend lopen ze naar het water ontbijten ze op het terras en spenderen dan enige uren aan hun eigen dingen. Zoon speelt schermspelletjes dochter werkt haar paarden-Instagram bij uw columnist zit aan een van de picknickbanken te tikken. Kantoor aan zee. Met uitzicht op het mateloze blauw van de lucht donkerder zeeschakeringen en schuimende strepen oevergolven.
Daar zit zij nu terwijl een mediterraan ogende man met het woord crew op zijn rug een foto van een teddybeer met wijnflessen maakt tegen de achtergrond van een duin. Hij de beer zit op een pluk helmgras draagt een zonnebril en lijkt de flessen nodig te hebben om op te steunen.
‘Dat vraagt om uitleg dat begrijpt u zegt de columnist tegen de man die langs loopt als de fotosessie voorbij is.
De man kijkt verrast op. Deze beer krijgt een eigen Instagram-account begint hij. Hij heeft geschommeld en aan een vlaggenmast gehangen en vandaag mag hij even uitrusten met wijn.’
De fotograaf blijkt de tijdelijke chef-kok van het hotel. Uw stukjesschrijver vertelt over Amélie een Franse film uit 2001 waarin een tuinkabouter op wereldreis gaat en voor het thuisfront op de foto wordt gezet. Daar doet de beer haar aan denken.
De chef-kok kent de film niet lijkt wel nieuwsgierig en biedt de Goed Bekeken-schrijver nog een cappuccino aan. Terwijl hij haar lege kopje meeneemt ziet ze de letters crew om de hoek van het hotel verdwijnen. Wat een service mompelt ze.
Lief Zutphen ik weet zeker dat ze terugkomen. Zal ervoor zorgen dat mijn weer niet al te idyllisch blijft. Maar dat is volgens mij niet eens nodig. Ik heb ze over je horen vertellen over waar ze wonen. Over je rivier je historische straatjes je nieuwe levendigheid. Soms hoor je al genoeg aan de klank van stemmen tijdens een omschrijving. Dat zit wel goed. Ze houden van je. En ze zijn nu even op mij.
Zomergroet van Terschelling
‘