Stedendriehoek
STEDENDRIEHOEK – Naast de eikenprocessierups is er een nieuwe insectenplaag: het mediterraan draaigatje. Deze mierensoort maakt nesten van honderden meters waarin zich miljoenen beesten kunnen bevinden. Draaigatjes dringen huizen binnen en vreten tuinen kaal. Er is geen zicht op de precieze omvang van deze miersoort, maar het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) in Wageningen ziet dat het dier zich verspreidt en moeilijk te bestrijden is.
De draaigatjes zitten vaak onder stoeptegels, omdat deze zomers warm worden en daar houden ze van. Deze miersoort graaft onder de stoep, waardoor tegels kunnen verzakken. Ook vervoert ze veel bladluizen, die in de tuin kunnen zorgen voor plakkerige honingdauw op tuinmeubilair. Deze mieren zien eruit als een gewone mier, maar dan kleiner én ze bijten, laat het plaagdierencentrum weten. Het is niet bekend of je daar ziektes van oploopt, maar het is wel vervelend. Momenteel zijn er acht kolonies ontdekt, maar het is echt een plaag aan het worden, die ook moeilijk te bestrijden is. Het grote probleem is dat bewezen middelen voor bestrijding van deze mieren nog niet zijn toegestaan. Wel wordt er gewerkt met biologische bestrijding door middel van aaltjes, maar de werking hiervan is nog niet zeker.
Wespenplaag
Lekker een ijsje eten in de zon of een wijntje drinken op het terras; wespen worden gelokt door onze lekkernijen. In de maand augustus kunnen hun nesten uitgroeien tot het formaat van een basketbal. De wespen zijn voortdurend op zoek naar voedsel om hun larven te kunnen voeden. En hoe meer voedsel, hoe meer wespen. Het bestrijden van een wespenplaag is daarom altijd aan te bevelen. Hoe kun je een plaag voorkomen? Dek al het eten en drinken goed af en houd de tafels en stoelen vrij van resten. Controleer je tuin regelmatig op beginnende wespennesten. De wespenkolonie is dan nog vrij klein, dus het is iets minder gevaarlijk om ze te benaderen. Je kunt een klein nest zelf verwijderen, maar schakel bij twijfel een professional in.
Staan je afvalbakken in de tuin? Houd deze dan goed gesloten. Verschoon ze regelmatig zodat de resten geen wespen lokken. Verwijder uit je fruitbomen al het overrijpe fruit en raap het fruit niet met je handen op, want er kunnen wespen in zitten; gebruik liever een schep. Komen er wespen op bepaalde bloemensoorten af? Probeer deze bloemen dan naar een andere plek in je tuin te verplaatsen als dat mogelijk is. Vermijd een wespenplaag in huis door alle openingen in je woning dicht te kitten of af te sluiten met ander materiaal. Loop alle naden, kieren en spleten af en onthoud dat wespen zich makkelijk door zeer kleine openingen kunnen wurmen. Je kunt ook horren voor je ramen plaatsen. Zo kun je ook nog genieten van eventuele koele zomerbriesjes. Sluit al je ventilatieopeningen af met fijnmazig gaas. Zorg er hoe dan ook dat de openingen nog kunnen ‘ademen’, anders wordt je woning niet meer voldoende geventileerd.
Tekenbeet
Een teek lijkt op een plat spinnetje. Ze komen in het hele land voor in bossen, duinen, heidegebieden, beschutte weilanden, parken en tuinen. Daar leven ze in hoog gras en tussen bladeren. Teken leven van bloed van dieren of soms van mensen. Meestal zijn tekenbeten onschuldig. Toch is het belangrijk een teek zo snel mogelijk te verwijderen. Hij kan namelijk besmet zijn met de lymebacterie en de ziekte van Lyme overdragen. Wat kun je doen om een tekenbeet te voorkomen? Smeer DEET op je schoenen, sokken en het onderste deel van je broekspijpen. De kans op tekenbeten wordt hierdoor kleiner. DEET is te koop bij apotheken en drogisten. Lees de aanwijzingen op de verpakking goed door voor je het middel gebruikt.
Teken vind je vooral in het struikgewas, tussen bladerlagen en in hoog, schaduwrijk gras. Als je op de paden blijft tijdens een wandeling, is de kans op een tekenbeet kleiner. Als je lichtgekleurde kleding draagt valt een teek snel op en kun je hem verwijderen voor hij onder je kleren kruipt en je bijt. Ook is het belangrijk dat de kleding je lichaam goed bedekt. Dit maakt het moeilijker voor de teek om bij je huid te komen. Controleer jezelf altijd direct bij thuiskomst. Wacht vooral niet tot je onder de douche staat, want dan heeft de teek meer tijd om zich vast te bijten. Controleer de warme plekken van je lichaam extra goed, zoals je liezen, bilspleet en oksels. Ook is het goed de randen van je ondergoed te onderzoeken en net onder je haargrens in je nek te kijken. Teken zijn erg klein; als je het niet kunt zien kun je een spiegel en een loep gebruiken.
Bij huisdieren is het wat moeilijker om een tekenbeet te voorkomen. Gelukkig zijn er genoeg middeltjes die de kans op een tekenbeet verkleinen. Bijvoorbeeld een pipetje tegen tekenbeten. Let wel op dat deze hoogstens twee weken effectief werken. Katten lijken gelukkig minder door teken overgedragen aandoeningen getroffen te worden dan honden. Maar om het zekere voor het onzekere te nemen kun je het beste in de tekenperiode de vacht van uw buitenkat (en hond) geregeld op teken controleren en bij infectie behandelen. Er zijn ook speciale tekenbanden die zowel tegen teken- als vlooieninfecties 7 tot 8 maanden bescherming bieden.