Stedendriehoek

Een tuin waar mens en insect samenkomt

APELDOORN – Afgelopen week werd de derde insectenbunker geplaatst in de Generatietuin, achter Kledingbank Sant’Edigio. Deze bunkers zijn ontworpen en gedoneerd door insectenliefhebber Dorie Mol. “Ik heb altijd wat met dieren gehad”, vertelt zij. “In Nederland heb je geen grote wilde dieren. Dan ga je maar op zoek naar de kleintjes.”

Een generatietuin is een tuin die kinderen en ouderen samenbrengt. Ze leren zo samen tuinieren en waar de groente die zij eten vandaan komt. Op steeds meer plaatsen in Nederland ontstaan deze Generatietuinen. Omdat Ronald als klein kind vaak met plezier in de tuin hielp bij zijn opa, ontstond bij hem het idee om dit ook te realiseren. Zo’n tuin moet alleen ook aangelegd worden. Tijdens de afgelopen editie van NLdoet, de grootste vrijwilligersactie van Nederland, staken leden van de Lionsclub Apeldoorn de handen uit de mouwen om de tuin uit te graven. Ronald nam contact op met kinderen van basisscholen in de omgeving en ouderen uit de wijk om hen op de hoogte te stellen. “De tuin heeft een gedeelte voor bloemen en bedden waar de kinderen hun eigen plekje hebben. De groente die zij verbouwen mogen ze ook mee naar huis nemen. Daarnaast is er een gedeelte voor groente voor de maaltijdvoorziening voor dak- en thuislozen van Sant’Edigio.”

Insectenbunkers
Reeds werden er al twee insectenbunkers van Dorie geplaatst in de tuin. Deze bunkers zorgen voor meer biodiversiteit. Ze lokken insecten die nuttig kunnen zijn voor de bestuiving van bloemen. Afgelopen week werd de derde geplaatst. Dit ging niet onopgemerkt. Insectenliefhebber Dorie gaf er ook een interessante les over GFT bij.

Op een zonnige middag komen de basisschoolkinderen enthousiast aangefietst op het terrein van Kledingbank Sant’Edigio. Nadat ze hun fiets hebben geparkeerd rennen ze direct naar hun tuin, om te kijken hoe het met hun groente gaat. Omdat deze middag om insecten draait vragen Dorie en Ronald de kinderen om op te letten op de insecten in de tuin. De expertise van Ronald wordt hierbij regelmatig ingezet, om de insectsoort te ontcijferen. Hij glimlacht: “Het is mooi om te zien hoe gretig de kinderen zijn om te leren.” Wanneer alles gecontroleerd is vraagt Dorie om plaats te nemen aan de grote picknicktafel. Hier liggen allerlei attributen voor de les: mesjes, scharen, snijplanken, pennen, bakjes en groente. “Wie weet het verschil tussen een insectenbunker en -hotel?” vraagt Dorie aan de kinderen. Ze kijken elkaar onwetend aan. “Het grote verschil is dat je bij de bunkers de insecten wel kunt zien. In een insectenhotel verdwijnen ze. Bij de bunker hoef je alleen de deksel eraf te halen. Maar de insecten komen niet zomaar in de bunker terecht. Weet iemand waar GFT voor staat?” Een jongen steekt zijn hand op. “Groente en fruit?” Dorie knikt: “En tuinafval. Insecten zijn er dol op. We gaan ons eigen compost maken.” Dorie pakt een bakje waar pinda’s in zitten. “Jullie krijgen allemaal een aantal pinda’s. De inhoud mag je opeten en de schilletjes mag je in een bakje doen.” Enthousiast gaan de kinderen aan de slag. Als er genoeg schilletjes zijn legt Dorie ze op de grond. “Stamp ze maar fijn.” De kinderen stampen en springen enthousiast op de schilletjes. Wanneer ze klein genoeg zijn veegt Dorie ze op en doet ze in een bakje. Uit een grote doos haalt ze wortels. Deze mogen de kinderen zo klein mogelijk snijden en schaven. Er volgen nog meer lekkernijen, waaronder druiven, bananen en galiameloen. Nadat de bakjes gevuld zijn met ook bloemresten en wat water, pakt Ronald een schep om een gat te maken, waar de bunker wordt geïnstalleerd. Samen met de kinderen schept Dorie wat zelfgemaakte compost in alle drie de bunkers. “Ik heb thuis ook insectenbunkers en daar zitten honderden insecten in.” Om bij te houden welke de kinderen de aankomende tijd zullen vinden, krijgen ze een insectendagboekje. Deze worden beplakt met Albert Heijn insectenplaatjes en de tattoos (je raadt het al) die laten ze op hun lichaam plakken. Ronald lacht: “Ik dacht dat deze hype alweer voorbij was, maar blijkbaar blijven insecten hot.” Nadat er groente uit de tuin wordt gehaald om mee te nemen, is het tijd om naar huis te. De kinderen kijken nu al uit naar de volgende keer dat ze in hun tuin mogen wroeten.