Stedendriehoek

OKÉFOBIE

Lekker weekje voor een columnist. De grapjes lagen op straat en de grootste lolpantalon stond onnavolgbare speeches te scanderen. De hele Ark van Noach werd de microfoon in gesodemieterd; van uilen van Minerva tot mammoeten die gevloerd moesten worden. Doodeng dat een groot deel van Nederland daadwerkelijk in die quatsch trapt. Ergens geeft het een onbedaarlijk lekker tintelingetje. Ik ben nooit meer bang om af te gaan op een podium. Zondag staat Renseman een verhaaltje te houden in de Hip in Deventer en waar ik daar vorige week nog beroerd van sliep, zie ik het rooskleurig in. Als deze gekkie zó’n achterban kan creëren, dan kan het met mij ook niet zo erg mis gaan.

Eerlijk? Die Stemwijzer sloeg nergens op. Voorbeeldje. Stelling: ‘De provincie moet de Rijksweg vervangen.’ Met geld uit het provincie-laatje, dus. Vriendin van me zat er lekker in en deed onderzoek wat de partijen daar van vonden. Partij A vindt dat de weg er wel moet komen, maar dat dat een klusje op nationaal niveau is. Nationaal niveau, nationaal portomonneetje. Maar partij B wil überhaupt niet dat de nieuwe Rijksweg er komt. Twee ‘nee’-en tegen de Rijksweg, maar in twee totaal verschillende opzichten. Ingewikkeld. Denk dat zoveel mensen het ingewikkeld vonden, dat ze uiteindelijk maar een soort letter-lingo hebben gespeeld. Welke muppet gebruikt de geinigste woorden? Ah – als daar niet een bepaald brallend voormannetje van een zeker partijtje de hoek om komt. Verwarrende Kieswijzer – verwarde politicus.

Men zegt dat genialiteit en gekte niet ver uit elkaar liggen. Ik kan dat als ervaringsdeskundige beamen. U mag kiezen. Leuk, hè? De grote winnaar van de Provinciale Staten is een pienter ventje. Misschien wel té pienter. Een zelfbenoemd grote leider, die als een soort mythische god zijn enge dingetjes scandeert over witte superioriteit. Dat dametjes links zijn en pas voor rede vatbaar worden als ze met een rechts mannetje zijn. Dat vrouwen niet zo goed werken als mannen, omdat ze graag families willen stichten. Dat is nu eenmaal zo. En het allergeinigst is nog wel, dat hij en ik op elkaar lijken. Hij verpakt zijn ideetjes en ideaaltjes in mythisch, intellectueel gebral en ik doe dat in grapjes. Hij heeft alleen wat meer opleidingen afgerond dan ik. Misschien ging het daar wel mis; tijdens die ontgroeningen worden er rare dingen met je gedaan. Kennelijk werkt dat op je woordenschat. Om goed het verschil tussen ons aan te geven, gebruikt hij onnavolgbare leuzen en woorden. Vooral vrouwen snappen het niet, want die zijn over het algemeen toch iets stommer dan mannen. Hij houdt van moeilijke woordjes, ik hou van het verzinnen van woordjes. Hoewel hij aardig op weg is. Pareltjes als ‘duurzaamheidsafgoderij’ en ‘klimaathekserij’, allemaal uit zijn hete-aardappelstrot, vind ik lekker. Het is schattig hoe hij z’n intellectuele gelallebal bij elkaar Scrabblet. Hoewel oikofobie wel een verzinseltje van mij zou kunnen zijn. Of van de sushiboer. Oikofobie met extra wasabi.

Het gekst vind ik nog dat het best goed gaat met Nederland. We gaan best lekker, met zijn allen. Toch is er een grote groep mensen die onbedaarlijk boos is op andere mensen, over het  oplossen van klimaatproblemen en vrouwenzaken. Héél boos. En bang. Terwijl het goed gaat. Oké. Ik denk dat heel veel mensen zo in de war zijn door de woordkeuzes van de voorman, dat ze sommige delen niet goed hebben verstaan. Dat men geen oikofobie, maar oké-fobie heeft verstaan. De angst dat het te goed met ons landje gaat. Als het goed gaat, willen veel mensen niet meer delen. Maar juist in deze tijd is het zo belangrijk om te delen. Ideeën. Liefde. Kennis. Columns. Geen intellectueel verpakte anti.

www.renskekruitbosch.nl