Stedendriehoek
Wie wel eens in de Efteling is geweest, kent ‘m ongetwijfeld: Holle Bolle Gijs, de vriendelijke papierverslinder. In het Brabantse attractiepark staan intussen al elf varianten van de pratende prullenbak. De eerste Holle Bolle Gijs komt uit 1959 en moest rondslingerend afval beperken. Vanaf het begin had hij succes: om de vuilnisbak ‘Papier hier – dankjewel!’ te laten zeggen, raapten kinderen enthousiast troep van de grond op. Sommigen van hen plukten zelfs bladeren van een nabijgelegen heg. Holle Bolle Gijs is een voorbeeld van ‘nudging’, een methode om mensen onbewust te beïnvloeden om gewenst gedrag te vertonen. In het Engels betekent ‘nudge’ een zetje of duwtje. Nudging is het geven van een duwtje in de goede richting.
In steden wordt nudging steeds vaker ingezet. Zo houdt de gemeente Eindhoven via digitale technieken het uitgaansgebied op drukke momenten in de gaten. Als de sfeer verslechtert en er relletjes dreigen, wordt de straatverlichting aangepast: de kleur of intensiteit van het licht verandert, waarmee de stemming van het uitgaanspubliek subtiel wordt gestuurd. Nudging kan ook helpen parkeeroverlast te voorkomen. In Utrecht zijn bijvoorbeeld goede resultaten geboekt met de ‘Pssssst’-nudge. Op plekken waar veel fietsen fout geparkeerd stonden, strooide men neppunaises – pinnetjes waarvan de scherpe punt was afgeknipt – op de grond. Uit angst een lekke band te krijgen, besloten veel fietsers hun rijwiel ergens anders neer te zetten. Zelfs een paar zandhopen in een park en een begeleidend bordje met daarop de tekst ‘Pas op! Fietsmonster gesignaleerd op ’t grasveld. Niet voeren a.u.b. (Hij eet fietsen)’ leverden minder foutparkeerders op. Nudging mag dus best leuke elementen bevatten. Dat zien we ook bij de pianotrap: als je op de traptreden gaat staan, komt er pianogeluid uit. Op een metrostation in Stockholm leidde deze nudge ertoe dat 66 procent van de reizigers de roltrap en lift verruilden voor de ‘muziektrap’. En in dezelfde stad zorgde het inbouwen van geluidseffecten in een afvalbak voor minder zwerfvuil dan daarvoor.
Toch kleven er bezwaren aan nudging. Want als je het eenmaal doorhebt, gaat de lol er snel vanaf. Profijt van nudging op de lange termijn is dan ook niet gegarandeerd. Sterker nog: het kan ook irritatie opwekken. Op het eerste gezicht is een pratende prullenbak of pianotrap grappig, maar in een buurt waar mensen wonen en werken kan het geluid gaan vervelen en overlast veroorzaken. Misschien hebben in onze leefomgeving ‘stille’ nudges nog wel de meeste kans van slagen. Zo werken op straat geschilderde groene voetstappen richting een afvalbak ook: in een experiment in Kopenhagen belandde door deze simpele actie 46 procent minder afval op de grond dan normaal. Om effect te hebben hoeft Holle Bolle Gijs dus niet per se ‘Papier hier – dankjewel!’ te roepen.
Gert-Jan Hospers