Stedendriehoek

‘Bakvet wordt in China uit het riool gehaald’

APELDOORN – Het Apeldoornse echtpaar Gert en Annelies Stufken heeft een ware belevenis achter de rug. Ze woonden drie jaar in China. Werkzaamheden van Gert brachten hem naar een werelddeel dat hij niet snel zal vergeten. Ondanks de verbijsterend snelle ontwikkelingen in dit land bleek Nederlandse deskundigheid onontbeerlijk.

Gert Stufken is director operational excellence. “Een hele mond vol”, zegt Stufken lachend. “In het kort komt het er op neer dat ik kernprocessen van organisaties moet stroomlijnen en digitaliseren. In mijn geval gebeurde dat in de Chinese vestiging van Hydro: een Noors bedrijf dat gespecialiseerd is in aluminium-extrusie. Ik word uitgezonden om ter plekke processen te verbeteren. Dit keer een lange periode. Omdat mijn vrouw Annelies niet meer werkt, kon ze meegaan.” 

Engelstalig
Annelies Stufken heeft 38 jaar in het speciaal basisonderwijs gezeten. Ze stopte in 2014. “Dat gaf mij natuurlijk de mogelijkheid met Gert mee te gaan.” Een belevenis, zo blijkt uit hun verhalen. En lang niet altijd gemakkelijk, vooral  wat de taal betreft. Annelies: “We woonden in een appartementengebouw waar meer Engelstalige mensen woonden. Ook die waren hier in verband met werkzaamheden. Je gaat elkaar opzoeken om samen dingen te doen, zoals een cursus Chinees. Ongelooflijk moeilijk en je leert alleen maar basisdingen. Daar heb ik wel twee Chinese vriendinnen aan overgehouden die ook Engels spraken. Zoek je geen contact met Engelstaligen, dan overleef je het niet.” 

Luchtvervuiling
Gert en Annelies woonden in Suzhou, een stad van 13,7 miljoen inwoners. “Een oude stad, liefst 3000 jaar oud”, aldus Gert. “ ’s Zomers is het er heet, tussen de 30 en 40 graden. “De luchtvervuiling is gigantisch. Vooral toen we er drie jaar geleden kwamen konden we de zon niet zien en was zonnebrand smeren ook niet nodig. De zon kwam toch niet door de vieze lucht heen. We hebben gelukkig wel meegemaakt dat die luchtvervuiling rigoureus wordt aangepakt. Vooral na de G20-top veranderde dat. Toen werden er veel fabrieken gesloten, klaarde de lucht op en zagen we voor het eerst wolken in een blauwe lucht.” 

Armoe en rijkdom
In de grote steden lijkt alles in een versnelling te zijn terechtgekomen. De ontwikkelingen volgen elkaar in razend tempo op. Annelies: “Een flat bouwen van pakweg tien verdiepingen? Het duurt vier weken. Er wordt door ongelooflijk veel mensen dag en nacht aan gewerkt. Een stad als Suzhou is zeer welvarend. Op het platteland is dat niet het geval. Er is in veel gevallen pure armoede, maar verbetering is duidelijk merkbaar. Het viel ons ook op dat je je overal veilig voelt. Goed, er hangen wel overal camera’s. Alles is onder controle. Dat heeft weer tot voordeel dat er niets gestolen wordt. Laat je je portemonnee op tafel liggen, dan ligt die er een uur later nog of men komt je hard achterna hollen om het af te geven.” 

Veel speelruimte
Het leven in de grote stad was voor Gert en Annelies vergelijkbaar met Nederland. “De infrastructuur is fantastisch. Is er een weg te smal ? Dan bouwen we er één overheen. Paaltjes in de middenberm, dwarslatje erop en hopla, zes rijstroken erbij”, aldus Gert. Annelies: “Anderhalf miljard mensen is heel veel. Verbazend dat er weinig ruzie is. Verbazend ook dat het er stikt van treinen die 300 kilometer per uur rijden.” Auto’s zijn in China even duur als in Nederland. Er rijden er op dit moment zo’n 200 miljoen rond en hun aantal groeit, ook al wordt er groots ingezet op het openbaar vervoer, zoals de metro en treinen die erg goedkoop zijn. 

Vet uit het riool
“Huizen zijn vrijwel onbetaalbaar. Het is een statussymbool. Geld wordt er niet voor geleend. Men kent geen hypotheek. Als er geld wordt geleend, is dat van elkaar. Contant betalen is een uitzondering, fooien worden niet gegeven. Doe je dat wel, dan is men zeer beledigd.”

Streetfood is uit den boze voor westerse mensen. Annelies: “Er schijnt niemand aan dood te gaan, maar als je hoort dat het vet dat gebruikt wordt uit het riool wordt gehaald, dan bedenk je je wel even.”

Het echtpaar Stufken kan pagina’s vullen met hun verhalen. “Maar aan alles komt een eind”, aldus Annelies. “Het werk zit er op.”