Sport
APELDOORN – Instelling. Motivatie. Acceptatie. Steven van Es draaide er niet omheen. De csv-routinier liet niet na om na afloop van de met 4-1 gewonnen bekerwedstrijd tegen Terschuurse Boys de voornaamste pijnpunten te benoemen. Van Es vindt dat de spelers de oorzaken voor de matige prestaties in de eerste plaats bij zichzelf moeten zoeken. De 31-jarige routinier pleit echter ook de technische staf niet vrij.
Er was dan wel gewonnen van Terschuurse Boys. Nadat de Apeldoornse titelhouder zich had verzekerd van een plekje in de volgende ronde van de districtsbeker, schalden de klanken van André Hazes uit de kleedkamer. Van een feeststemming was zaterdagmiddag na de klok van vijven absoluut geen sprake. Op de elfde van de elfde ging het niet in polonaise naar de fanatieke aanhang op het balkon voor het clubhuis. De ergernis neemt toe in het Orderbos. De sluimerende onvrede kwam op het veld al tot uiting. “Er was wat irritatie. De acceptatie onderling is slecht”, beaamde Steven van Es.
De langst dienende speler uit de csv-selectie sprak duidelijke woorden zonder wild om zich heen te schoppen. Van Es gaf in bedekte termen blijk van zijn ongenoegen. “Als ik zeg dat het niet best is, houd ik me in, ja. Ik heb echt het idee dat sommigen het idee hebben dat het vanzelf goed komt. Er is wel een verschil tussen Peter Boeve en Jürgen Schefczyk. Boeve was wat strenger. Die durfde in te grijpen als het moest. Veel spelers doen maar wat. Als er niet ingegrepen wordt, blijven we aanmodderen. Het moet anders dan de afgelopen weken, dat is wel duidelijk.”
Hoewel de spelersgroep nagenoeg intact bleef, krijgen de nieuwelingen en het trainersduo Schefczyk-Patty csv maar niet op de rails. “Ik heb bij csv wel vaker slechte fases meegemaakt. Dat jaar in de Topklasse was ook heel moeilijk. Vorig jaar hebben we natuurlijk een heel goed seizoen gedraaid. We missen iemand als Richard van Schooten wel. Behalve dat hij veel scoorde was Richard heel belangrijk als aanspeelpunt. Zo iemand is er nu niet”, oordeelde de ervaringsdeskundige.
Over het verloop van de bekerwedstrijd tegen de zaterdagderdeklasser uit Terschuur kon de middenvelder naderhand kort zijn. In een té laag tempo en met nauwelijks beweging zónder bal maakte de Hoofdklasser het er voor zichzelf niet makkelijker op. “In het midden kregen we ruimte om te voetballen. Zodra we lopende mensen hadden, kregen we ook kansen. We hebben gedaan wat we moesten doen. We zijn een ronde verder. Deze wedstrijden zijn niet denderend, maar er mag best wel een beetje motivatie uit jezelf komen”, schroomde Van Es niet om de hand in eigen boezem te steken.
In de Hoofdklasse B staat csv na tien gespeelde wedstrijden slechts één punt voor op de beide staartploegen Huizen en NSC. Nu niet bepaald een geruststellend moment om tegen achtereenvolgens koploper Excelsior’31 en het als het tweede geklasseerde Sportclub Genemuiden in het strijdperk te moeten treden. Al blijft Van Es hoopvol gestemd.
“Die wedstrijden komen misschien wel op het goede moment. Tegen betere tegenstanders komen we meer aan voetballen toe. We hebben dat tegen Quick’20 en Willem II al laten zien. Maar dan moeten we wel meer dan honderd procent geven. Niet met zo’n slappe inzet als vandaag. Toch twijfel ik er niet aan dat het goed gaat komen. We blijven er zeker in. Ik ben absoluut niet bang dat we degraderen. Daarvoor hebben we te veel kwaliteiten. Maar ja, je hoopt altijd op meer.”
