Sport
APELDOORN/ESTORIL – Als klein meisje stond Cynthia Dekker op een voetbalveld weleens tegenover Steven Berghuis. Bijna twee decennia later hebben beiden het tot international geschopt. Maar terwijl de ene Apeldoornse Oranjeklant het WK voetbal komende zomer thuis voor de buis moet volgen, houdt de andere de eer van volk en vaderland wél hoog op het internationale podium. Cynthia Dekker vertegenwoordigt Nederland van 13 tot en met 19 november in het Portugese Estoril op het Europees kampioenschap padel.
Padel? Cynthia Dekker is er inmiddels wel aan gewend dat haar sport bij het grote publiek nauwelijks bekendheid geniet. Ze moet met zekere regelmaat uitleggen hoe zij het liefst van zich af slaat. “In de tenniswereld beginnen de meeste mensen het inmiddels wel te kennen. De sport groeit heel sterk, maar veel mensen weten niet hoe het gaat. Padel is een combinatie van tennis en squash. Met net. Met wand. Het is heel erg dynamisch en je speelt het in dubbel”, geeft de Oranje-international een korte uitleg van wat zij doet.
De 28-jarige tennislerares van tennisclub De Sprenkelaar kwam pas twee jaar geleden voor het eerst met de racketsport in aanraking. “Mijn collega Pjotr van Dalfsen zei: ‘Dit is echt iets voor jou’. Ik ben met ‘m meegeweest naar Lelystad en was meteen verslaafd.”
Haar tenniservaring komt haar goed van pas, zo stelt Dekker. “Van wat ik goed beheers bij het tennis, heb ik redelijk veel profijt bij het padel. Al hebben veel tennissers die aan padel gaan doen vaak de neiging de bal al voor de wand te pakken. Ik ben wel van het tactische. Ik ben klein en wendbaar. Alleen hard slaan heeft niet altijd zin. Er komt meer tactiek bij kijken dan kracht. Bij padel moet je met veel geduld spelen. Het is soms net een beetje wiskunde. Bij tennis krijg je meer ruimte om te scoren.”
De Apeldoornse behoort tot de zestien uitverkoren die volgende week namens de Nederlandse Padelbond hun slag willen slaan in Portugal. “Norberto Nesi traint ons; hij is onze Dick Advocaat. Hij selecteert de teams en de spelers. De afgelopen twee maanden hebben we met het Nederlands team elke zaterdag getraind. Bij La Playa in Rijswijk. Daar ligt de enige indoorbaan van Nederland. Op 11 november vliegen we naar Portugal. Ik heb er heel veel zin in. De doelstelling is om zo hoog mogelijk te eindigen. Spanje en Portugal zijn dé toplanden. De beste spelers in die landen zijn ook prof. Padel is in Spanje na voetbal de populairste sport. Het leeft daar echt.”
In Nederland staat de sport nog in de kinderschoenen. Voor Dekker en de overige topspelers levert het padel slechts onbetaalbare ervaringen op. Zelfs de reis- en verblijfskosten voor het komende Europese kampioenschap moeten de leden van de Oranje-equipe zelf ophoesten. “Ik denk wel dat het in de toekomst professioneler gaat worden. Nu is de Padelbond nog een bond zonder geld”, laat de padeltopper weten dat het plezier veel vergoedt. Ze zou al tevreden zijn met een padelbaan wat dichter bij huis. “Apeldoorn heeft geen padelbaan. Het zou wel leuk zijn als er een baan hier in de buurt komt.”
Hoewel ze gelooft dat aan haar eigen spel de komende jaren nog volop te verbeteren valt, streeft de EK-debutante geen profloopbaan na. “Tennissers zijn vaak op hun dertigste al opgebrand. Padel is fysiek iets minder zwaar. De laatste wereldkampioen bij de mannen was geloof ik al over de veertig. Er zit bij mij nog steeds groei in en ik heb de ambitie om beter te worden. Tennissen is m’n werk. Padel doe ik omdat ik het leuk vind. Ik zit dan wel in het Nederlands team, maar het blijft allemaal wel een hobby. Ik ben blij als ik het red om één keer in de week te trainen. Je moet bijna alles zelf betalen. Als ik in Rijswijk ga trainen, ben ik in feite mijn hele zaterdag kwijt. Je moet er heel wat over hebben. “
Dekker staat er niet alleen voor tijdens het EK. Haar trouwste supporters reizen mee naar Estoril. “Mijn ouders, mijn broer en mijn vriendin komen.” Lachend: “Ik verwacht wel dat ze allemaal in het oranje komen…”