Sport

Oude Vossen verliezen nooit hun streken

APELDOORN – In het shirt van Lienden had hij voor het laatst een volledige wedstrijd afgewerkt. Meer dan drie jaar geleden! Tijdens AGOVV’s kampioenswedstrijd tegen DSV’61 in mei mocht hij al voorzichtig sfeer proeven. Bij de 3-0 zege van de Blauwen tegen het Edese Blauw Geel’55 vierde Dominique Vos afgelopen weekend zijn échte rentree op het veld. Het was alsof hij nooit was weggeweest. Negentig minuten lang bewees de 33-jarige verdediger hoe oude vossen hun streken nimmer verliezen.

“Ja, het was alweer een eeuwigheid geleden”, hijgde Vos met een voldaan gevoel wat na, nadat hij als toegift op een inspannende wedstrijd alweer de tweede mediavertegenwoordiger te woord moest staan. Onder leiding van fitnesstrainer Jos Derksen had hij er de afgelopen maanden flink aan getrokken; zaterdag was het dan eindelijk zover dat hij de voor hem gereserveerde plek in het hart van de AGOVV-defensie innam. “Ik heb de hele zomer doorgetraind. Ik ben een liefhebber en wil graag voetballen, maar voelde me niet voor honderd procent fit. Ik ben een stijve hark. Het lichaam moest er weer aan wennen.”

Coach Jerry Cooke, die zijn ploeg na de valse competitiestart voor de derde keer op rij zag winnen, was zeer te spreken over de inbreng van de ‘oude’ Vos. “Tegen Overwetering had hij een helftje gespeeld. Maar je houdt er rekening mee dat hij het normaal gesproken nog geen 90 minuten kan volhouden. En zo waren er vooraf meer probleemgevallen. Vandaar dat onze bank zo samengesteld was dat we op alles voorbereid waren. Maar als je dan in de eerste helft de keeper al moet wisselen, beperkt het je in je mogelijkheden. Het is goed voor de moraal dat we weer gewonnen hebben. Dat Dominique de hele wedstrijd gespeeld heeft, is goed voor hemzelf.”

Vos, in 2002 als jonkie al present in de AGOVV-selectie die onder trainer Peter Bosz de algehele landstitel bij de amateurs veroverde, had vooral genoten. Hij neemt het zoals het komt, staat even onbevangen in het veld als in het leven. “Ik probeer die jonge jongens wel iets mee te geven, maar ik voel geen extra verantwoordelijkheid omdat ik toevallig wat ouder ben. Ik ben niet zo’n type dat zegt dat iedereen even goed naar me moet luisteren. Ik ben vrij relaxed. Ik kan best wel kwaad worden hoor, maar je hebt er toch niks aan om die jongens verrot te schelden.”

Waar Vos zich in de voorgaande weken langs de zijlijn wel enigszins over verbaasde, was de gelatenheid waarmee medespelers de reeks nederlagen aan het begin van AGOVV’s tweedeklasse-avontuur accepteerden. “Wat ik miste, was de bravoure die bij deze club hoort. Kom op zeg, wij zijn AGOVV! Zoiets moet je uitstralen. Wij zijn tot dusverre door geen enkele ploeg van de mat gespeeld. Ik vond Lelystad wel een leuke ploeg hebben. Maar als ik zo’n Dieren zie, dan vraag ik me echt af hoe het kan dat die boven ons staan. Of neem een ploeg als Unicum, daar hoeven wij toch zeker niet van te verliezen.”