Columns

Geen lintje 2024

Als je al zo lang met eerst stijgende verbazing en daarna berusting de dagelijkse updates rond de eindeloos pruttelende kabinetsformatie – zo heet het circus van vier schertsfiguren die absoluut niet met elkaar willen gaan formeren maar dat nog steeds niet hardop durven te zeggen nog steeds –  voorbij ziet komen en dan nog niet het geloof in de mensheid helemaal bent verloren, verdien je op zeker een lintje, van welke orde dan ook. Tenminste dat vonden wij thuis. Maar ook dit jaar werden we gewoontegetrouw faliekant overgeslagen. Afijn, het had de koning dus wederom niet behaagd… Van de weersomstuit zouden we dan als tegenzet alle festiviteiten op Koningsdag moeten boycotten, bedachten we. De liefde moet ten slotte wel van twee kanten komen.
Maar zo principieel bleken we toch ook weer niet te zijn. Tenslotte  was het op de verjaardag van Willem voor het eerst sinds, we wisten de datum niet eens meer, niet steenkoud. En er was nu eenmaal veel aangename livemuziek aangekondigd her en der in de stad. Alle kans dus om onze grieven aangaande het inmiddels permanent ontbreken van fatsoenlijk landsbestuur met mede-lotgenoten voor de respectievelijke bühnes te delen. Onder het genot van een lekker biertje en wie weet een langstrekkend bittergarnituur, want dat haalt de scherpe kantjes van ons bestaan er altijd net wat van af. Tegelijkertijd brengt het onze rigoureuze oplossingen voor alle nijpende politieke problemen in ons land voor iedereen die het maar horen wil onder handbereik.
Vol goede voornemens vertrokken we naar de tributebands op de Brink en via het Worpplantsoen belanden we uiteindelijk in de tuin van het Burgerweeshuis. Sinds jaar en dag, maar hoelang nog, de locatie van een vrolijke anarchie van jong en oud, links en rechts, wit en zwart, waar de uitgenodigde bands altijd moeite moeten doen om zich boven de kakofonie uit te spelen.
En het was pas toen we weer tevreden thuis op de bank ploften dat we ons realiseerden dat we best wat mensen hadden gesproken en drankjes mee gehaald. Maar dat niemand de deplorabele staat van ons politieke landschap ter sprake had gebracht. En dat we dat ook geen seconde hadden gemist. We denken er nu weer heel even tegen te kunnen, Joost en Xander, kom er maar in.